Natuur in breedbeeldformaat
Met 150 kilometer kan de Venen- en merenroute erop bogen de langste van de drie routes te zijn. Maar de rondrit is zonder stress op één dag te voltooien. Het startpunt ligt in het Franstalige Malmedy. Het levendige stadje heeft zijn mooie centrum onlangs nog opgeknapt. De Hoge Venen, die onwerkelijke uitgestrektheid met haar verende turfvlakten, donkere plassen, veengronden en magere berkenbosjes, heet ten noorden van Malmedy nog „Hautes Fagnes“. Een paar kilometer verder rijdt u de taalgrens over en bevindt u zich ten zuidoosten van Eupen, de zetel van de Duitstalige Gemeenschap van België, waar de unieke biotoop „Hohes Venn“ heet. Het speelt geen rol aan welke zijde van de taalgrens u zich bevindt, aan beide zijden rolt een tapijt van pijpenstrootjes, pitrus en purperen heide zich uit tot aan de horizon. Nergens anders in de Oostkantons laat de uitgestrektheid zich beter voelen dan op de archaïsch mooie hoogvlakte van de Hoge Venen. En dit is niet zomaar een hoogplateau: met 694 meter is het Signaal van Botrange halverwege tussen Malmedy en Eupen niet alleen het hoogste punt van de Hoge Venen, maar meteen ook de hoogste top van het hele land. Als we hier gepasseerd zijn, steken we even de grens over, om een bezoek te brengen aan onze oostelijke buur Duitsland ter hoogte van Kalterherberg. Meer naar het zuiden nodigen stuwmeren als dat van Robertville of Bütgenbach uit tot verpozen aan het water. Wie de smaak te pakken gekregen heeft, kan na de rondrit terugkeren om er te zwemmen, te kanoën of gewoon te luilakken. Nog een paar zijsprongen, nog een paar afgelegen dorpen en we steken opnieuw de taalgrens over. Kort daarna zijn we weer in Malmedy.
Nog een tip – een kortere weg is mogelijk
Tussen Sourbrodt en Mont kunt u de route inkorten of opsplitsen in twee etappes die ongeveer even lang zijn: een noordelijke en een zuidelijke lus.