De Burcht Raeren werd in het midden van de 14de eeuw gebouwd op de plaats waar de Iter- en de Periolbeek samenvloeien en waar vroeger eens melthut voor ijzererts was. Wie de burcht gebouwd heeft, is onbekend.De burcht was een in leen gegeven goed van het Aakense „Marienstift“.De eerste, met naam bekende eigenaar is, volgens documenten van de parochie van Walhorn, Johan van den Roideren (+1426). De burcht bestond toen uit een woontoren met 2 verdiepingen, een zogenaamde “Donjon”, versterkte toren, met een bijna kwadratisch grondplan. Ernaast stond een keukengebouw dat van de burcht gescheiden was door een voorhof. De stallen en schuren stonden op de huidige plaats. De toegang tot de burcht was Noord-West. Het geheel werd omringd door twee grachten en verschillende vijvers.
Tegen het einde van de 16de eeuw werd het gehele keukengebouw door een brand vernield. In 1583 liet de toenmalige eigenaar, Philipp von Lomont, het gebouw vergroten. Hij liet een gedeelte van de gracht opvullen met scherven uit de omliggende pottenbakkerwerkplaatsen en bouwde daarop de huidige keuken. Op die manier verdubbelde hij de oppervlakte. De datum van deze verbouwing ziet u boven de ingangsdeur en gegraveerd in een steen aan de omheiningsmuur van de gracht.In de 18de eeuw was de burcht bouwvallig geworden.De toenmalige eigenaar, de advocaat Peter Joseph de Nys, verbouwde ze in romantische stijl. Hij liet een brug en de huidige toegang naar de „Burgstraße“ bouwen. Het ingangsportaal draagt de wapens de Nys – von der Gracht. Hij liet ook gotische spitsbogenvensters en een balkon op de 1ste verdieping aan de noordkant bouwenen de noordwesttoren verhogen. Zo ontstond op elke verdieping een ronde torenkamer.
Tegenwordig beherbergt de burcht het pottenbakkerijmuseum.