De leisteenmijnen in Recht werden in het midden van de jaren 1880 gebouwd door de broers Margraff om er dakleien te ontginnen. In de twee mijngangen werd een ongeveer 480 miljoen jaar oude blauwachtige leisteen gedolven, de blauwe leisteen van Recht. Helaas was die niet geschikt voor de productie van de zeer dunne dakleien. De steen had echter nog andere uitstekende eigenschappen: hij is zeer weerbestendig en resistent tegen milieu-invloeden. Daarom werd de blauwe hardsteen uit Recht bijvoorbeeld gebruikt voor artistieke vormgeving in de religieuze omgeving, maar ook voor zuurkooltroggen of leenbassins voor de leerindustrie. Decoratieve voorbeelden zijn nog steeds te vinden in de deurbogen van de nabijgelegen pastorie en in het toegangsportaal van de kerk aan de overkant.
De mijnen werden echter na ongeveer 20 jaar verlaten wegens gebrek aan rentabiliteit. In de loop van de tijd zijn de tunnels vervallen, maar de onderste mijn werd dankzij waardevol vrijwilligerswerk gerestaureerd en herbergt vandaag een bezoekersmijn, waaraan het Blauwsteenmuseum Recht verbonden is. Bezoekers krijgen een imposante indruk van de galerijen die ontstonden door het harde werk en kunnen ook het gereedschap en talrijke producten die met het blauwe hardsteen gemaakt werden bekijken.