Naast de oorspronkelijke functie als afbakening hebben de hagen en heggen een grote ecologische betekenis:
Ze beïnvloeden het microklimaat, bieden het vee bescherming tegen zon, regen en wind (bij koud weer is er een temperatuurverschil tot 5 graden Celsius achter de hagen) en ze verhinderen bodemerosie door hun wortels.
Een sterk netwerk van hagen, heggen en bomen draagt bij tot het behoud van inheemse planten en dieren en zorgt voor structuur en verscheidenheid in het landschap. Ze zorgen voor leefgebied, schuilplaats, voeding en het zijn belangrijke corridors voor hazen en vossen. De voet van de hagen vormt een geschikte groeiplaats voor verschillende paddenstoelen en wilde kruiden.