De grens tussen België en Duitsland was niet altijd even gemakkelijk over te steken als nu. De grenscontroles zijn sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw geleidelijk aan afgebouwd totdat ze in 1995 in het kader van het Schengenakkoord volledig werden afgeschaft. Na de Tweede Wereldoorlog hebben de bossen van Aken een heuse smokkelactiviteit verborgen. Aan de Duitse kant ontbrak het aan veel zaken, dus gingen de grensbewoners van daaruit naar België om waardevolle spullen te ruilen voor luxegoederen zoals koffie. Dit was winstgevend, want in België kostte een kilo gebrande koffie 8 mark, terwijl hij in Duitsland voor ruim 16 mark kon worden verkocht. Hoewel smokkelen aanvankelijk voor persoonlijk gebruik bedoeld was, ontstonden er al snel professionele smokkelbendes, die tonnen koffie smokkelden en lieten smokkelden. De smokkelaars waren zeer vindingrijk in hun aanpak: Zo gebruikten ze bijvoorbeeld kleding, ziekenwagens of banden van vrachtwagens om de smokkelwaar te verstoppen. Smokkelaars die veel succes hadden, besteedden soms veel geld aan het omkopen van douanebeambten. Anderen kochten heel snelle auto's die de douanebeambten niet konden volgen.