Om zich tegen plunderaars en rondtrekkende bendes te beschermen, lieten de burgers van Malmedy in 1601 een stadswal bouwen met acht stadspoorten. Een ervan is de Grètèdarpoort – ook wel „porte de Livremont“ genoemd, die aan de voet van de heuvel van Livremont ligt en één van de eerste en moeilijk toegankelijke toegangspoorten van de stad was. Nadat de eerste hal op de Place Albert 1er in 1689 vernield werd, kreeg de Grètèdarpoort een nieuwe bestemming en werd verbouwd tot een hal in 1727. Het Hoger Gerechtshof zetelde er tot 1794 en daarna maakten de Fransen er een gemeentehuis van. Het gemeentebestuur zetelde met een korte onderbreking tot 1808 in de Grètèdarhal. Daarna werd de hal verhuurd, verpacht en privé-eigendom voor ze in 1964 tenslotte aan de VZW Malmedy-Folklore verkocht werd.