Rond 1130 was er al sprake van een kerkgebouw in Sankt Vith. Het gebouw werd in de loop van de eeuwen meermaals beschadigd, uitgebreid en opnieuw opgebouwd. Tijdens de bombarderingen van de stad in augustus en december 1944 werd de kerk zwaar beschadigd, en er was behoefde aan een nieuw gebouw. De St. Vitus parochiekerk werd in 1959 na een bouwperiode van vijf jaar ingewijd.
De neoromaanse architectuur werd aangevuld met hedendaagse kunstobjecten van de beeldhouwer Zygmunt Dobrzycki. Ze vormen een boeiend contrast met enkele middeleeuwse en barokke objecten van de vorige gebouwen. Zo werden de doopvont, de grafsteen van de Heren von Rolshausen en het beeld van de heilige Vitus uit de verwoeste kerk in het nieuwe gebouw geïntegreerd.
De kerk heeft een rijke symboliek die haar identificeert als een wederopstandskerk. Dit wordt benadrukt door een imponerende sculptuur van de verrezen Christus in het koor. De ingebouwde kerktoren met de ranke spits symboliseert het streven naar de hemel.
Een enorme geometrische tekening op een blauwe achtergrond op het plafond van het koor symboliseert de micro- en de macrokosmos. De doorlopende spiraal is de uitdrukking van een theologische boodschap: God staat aan het begin, hij heeft alles geschapen, hij is oneindig en eeuwig.
De zeven nissen in de apsis symboliseren de zeven sacramenten; de afwisseling van grote en kleine bogen in de zijbeuken wijst op het wel en wee van het leven en de weg naar God.
De drie hoofdingangen wijzen op de Drie-eenheid of de drie goddelijke deugden: geloof, hoop en liefde. De relatief kleine ingangen in verhouding tot de machtige toren suggereren nederigheid en een gebogen houding bij het betreden van de kerk.
Reliëfs van de vier evangelisten sieren de gewelven. Pelgrims die lijden aan stress en nervositeit gaan op bedevaart naar de Heilige Vitus, patroonheilige van de stad en de kerk, en dit vooral tijdens het jaarlijkse Vitusoctaaf in juni.