Het landgoed van Schönberg werd gesticht door de prinsenabdij van Prüm en waarschijnlijk werd er in de 11de of 12de eeuw een kasteel bijgebouwd. In 1689 verwoestten troepen van Louis XIV het kasteel.
Het lag boven het dorp op een heuvel. Alleen enkele muurresten, een deel van de gracht en een gotisch fragment van de slotkapel zijn er nog. Deze laatste bevindt zich nu in het zogenaamde Herrjottsjärtchen op de voormalige plaats van de slotkapel, alle andere overblijfselen bevinden zich grotendeels op privé-eigendom. In Hotel Schmiede ziet men nog enkele overblijfselen van het kasteel zoals het metselwerk van het hotel dat volledig uit sloopwerk van het kasteel bestaat, in het café werden plafondbalken aangebracht en aan de balie werd een wapen van een vroegere keurvorst ingemetseld.
Rond de kasteelheuvel maar nog steeds binnen de ringmuur, leefden de vrije burgers. Volgens de legende liet graaf Otto in de 14de eeuw de armste boeren zich hier vestigen zodat hij zijn ‘boerenkrijgers’ altijd dichtbij had. Tegenwoordig draagt deze rij huizen de naam ‘Bürgerschaft’ (burgerschap) en herinnert zo aan de boeren die hier woonden.
Als herinnering aan deze belangrijke tijd voor dit dorp werden een symbolische toren en een informatiebord geplaatst op de plaats waar het kasteel destijds ongeveer stond.