Toen de spoorlijn tussen Aken en Luik in de 19e eeuw werd voltooid, werd Herbesthal het eerste grensstation in Europa waar een spoorlijn een internationale grens overschreed. Tot 1920 lag het station in Pruisen. Als gevolg van het Verdrag van Versailles werd het station, dat tot dan toe door de Pruisische Staatsspoorwegen werd geëxploiteerd, vanaf 1920 samen met de regio Eupen-Malmedy aan België overgedragen. Door zijn functie als grensstation kende Herbesthal een enorme bloei: een douanekantoor, verschillende douaneagentschappen, transportbedrijven en koloniale warenwinkels vestigden zich hier. Er werd een gasfabriek gebouwd om het station, de vele spoorweggebouwen en de straten van verlichtingsgas te voorzien, evenals een schoolgebouw en het gemeentehuis. Naast de douaneafhandeling in het station werd in die tijd ook een internationaal postkantoor gebouwd. Vanwege zijn prachtige interieur werd het station van Herbesthal beschouwd als een van de mooiste van Europa.
Helaas is er van dit alles bijna niets meer over. In de jaren tachtig werden het station en alle bijbehorende voorzieningen gesloopt. Alleen het voormalige postperceelgebouw achter het stationsgebouw werd gered en in 2017/2018 verbouwd tot clubhuis. Op de site kunt u zich echter nog steeds een goed beeld vormen van hoe prachtig het gebouw ooit was en wat voor internationale clientèle het bezocht aan de hand van informatieborden. Een monument herdenkt de vele Joodse kinderen die voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog met treinen uit Duitsland in veiligheid werden gebracht. Velen van hen kwamen voor het eerst in Herbesthal een land binnen waar zij geen tweederangsburgers waren.
Het voormalige stationsgebied heeft verbindingen met de Vennbahn en de wandelpaden naar Lontzen en Walhorn via het Pre-Ravel-fietspad.