In vroegere eeuwen liep de grens tussen de hertogdommen Jülich en Luxemburg langs het gebied van het huidige militaire oefenterrein Elsenborn. In die tijd werd het onbegaanbare terrein door de inwoners van Elsenborn (Hertogdom Luxemburg) en Kalterherberg (Hertogdom Jülich) gebruikt als weidegrond voor het vee, vooral voor schapen, maar ook om hooi en stro te winnen. De herders en de boeren van beide dorpen raakten omwille van een onduidelijke grensmarkering herhaaldelijk in conflict over het verloop van de grens, wat zelfs in 1664 geleid heeft tot ‘het slepen’ van de Elsenbornse schaapskudde naar Kalterherberg. De grensoorlog duurde nog lang, want pas in 1791 werd het onbegaanbare gebied opnieuw opgemeten en werd de grens nauwkeurig zichtbaar gemaakt met grensstenen. Maar slechts vier jaar later was de grens niet meer geldig omdat de Fransen het gebied hadden veroverd en de oude hertogdommen hadden ontbonden. Ook nu nog duidt een aantal stenen de vroegere grenslijn aan en op sommige plaatsen is zelfs de grenssloot bewaard gebleven. Sommige grensstenen die deels beschadigd waren, werden verwijderd en ter bescherming bij de ‘Truschbaum’ (in de Lagerstraße, niet ver van de watertoren) geplaatst. Deze ongeveer 200 jaar oude beuk, die waarschijnlijk lange tijd helemaal alleen in het landschap stond, heeft steeds gediend als opvallend oriënteringspunt in het venenlandschap. In januari 1984 werd de oude, zieke boom het slachtoffer van een winterstorm. Hij werd nog in de herfst van hetzelfde jaar vervangen door een nieuwe beuk.